Group
Slim en innovatief

Slimme oplossing voor verkeersproblemen of utopie? De psychologie achter het thuiswerken.

Gepubliceerd op 3 april 2024

Eline Verhoeven is masterstudent gedragsverandering en schrijft haar scriptie bij Brainport Bereikbaar. Ze onderzoekt wat de kansen voor thuiswerken zijn in de aanpak van verkeersdrukte, die tijdens corona nog zo groot leken. In dit artikel deelt Eline haar eerste bevindingen.

Thuiswerken en haar effect op de weg

Wie had gedacht dat ons huis ooit ons kantoor zou worden? Sinds corona is thuiswerken niet meer weg te denken uit ons dagelijks leven. Voor bijna de helft van de werkende Nederlanders is het deel uit gaan maken van een normale werkweek [1]. Tijdens de pandemie had het thuiswerken een grote impact op de wegen: we kunnen ons allemaal nog de lege snelwegen herinneren. Maar ondanks dat we sindsdien meer uren vanuit ons eigen huis zijn blijven werken, is het totaal aantal thuiswerkers niet gegroeid en is het woon-werkverkeer weer terug op het niveau van 2019. Daardoor zijn de effecten van thuiswerken op de weg verdwenen [2, 3, 4]. Het woon-werkverkeer kan mogelijk zelfs nog verder gaan toenemen omdat het aantal werkende Nederlanders blijft stijgen [5, 6].

Flinke verkeerspieken op dinsdag en donderdag

Het forensenverkeer laat een duidelijk patroon zien doorheen de week: op dinsdag en donderdag gaan we op hetzelfde tijdstip richting kantoor, terwijl we vaak juist op andere dagen besluiten vanuit huis te werken. Dat zorgt op dinsdag en donderdag voor veel drukte op de weg, wat niet alleen nadelig is voor de Brainportregio en haar inwoners [7, 8, 9], maar ook voor werkgevers. Die piekdrukte op de dinsdagen en donderdagen zorgt voor overbezetting op parkeerplaatsen en kantoren, terwijl deze ruimte op andere dagen zo goed als verlaten zijn [10, 11, 12]. En die drukke dagen kunnen op hun beurt weer nadelig zijn voor het werk en het welzijn van werknemers. Onderzoek laat namelijk zien dat een hoge bezettingsgraad verband houdt met verminderde prestaties en tevredenheid, en verhoogde vermoeidheid en werkstress [13, 14].

Thuiswerken spreiden: De oplossing of een utopie?

Het probleem is duidelijk: we zijn met te veel mensen op dezelfde dagen op de weg en kantoor. Je zou denken dat we daar verandering in willen brengen, toch? Ondanks alle nadelen, lijkt er nog maar weinig ingezet te worden om de spreiding van kantoor- en thuiswerkdagen te stimuleren. Slechts een klein deel van de werkgevers heeft namelijk ‘spreid-beleid’ [15]. Maar ook werknemers spelen een rol hierin. Zo blijkt uit onderzoek onder medewerkers dat we soms best wel (meer) willen thuiswerken, maar dat toch nog niet altijd doen [16, 17].

Wat maakt nu dat we kiezen om wel of niet thuis te werken? En hoe kunnen we het thuiswerken stimuleren op een manier dat zowel de regio, werkgevers als werknemers ervan profiteren? Met een psychologische bril op, onderzoeken we de motieven en drempels van thuiswerken!

Thuiswerken bekeken vanuit de psychologie

De mensen die hun werk thuis kunnen uitvoeren (en dus niet gebonden zijn aan een andere locatie) hebben vaak de keuze: werken we vandaag thuis, of op kantoor? De intentie die we hebben om thuis te werken zal daarmee ons werkelijke thuiswerkgedrag beïnvloeden, in positieve zin.

Die keuze wordt beïnvloed door allerlei zaken.

  1. Soms maken we de keuze heel bewust om naar kantoor te gaan. Maar op andere momenten doen we het meer vanuit gewoonte: we vertrekken om 08:00 uur naar kantoor, zonder bewust bij de keuze stil te staan [18]. De verwachting is daarom dat de gewoonte om naar kantoor te reizen een ondermijner is van het effect dat onze bewuste intentie heeft op het werkelijke thuiswerkgedrag. Maar niet alleen gewoonte hoeft een mogelijke verklaring te geven. Er zijn ook andere zaken van invloed op onze keuze voor thuiswerken. Denk bijvoorbeeld aan de bestaande normen op kantoor of in je sociale omgeving. Keuren collega’s het goed dat mensen thuiswerken? Werken zijzelf ook vanuit huis? Ons eigen gedrag wordt op die manier ook geleid door het gedrag en de meningen van anderen. Daarom verwachten we dat positievere normen over thuiswerken leiden tot een grotere intentie om thuis te werken [19, 20].
  1. Andere zaken spelen ook een rol. Denk bijvoorbeeld aan een gevoel van verbondenheid met collega’s. Als we goede relaties hebben met de mensen op werk, kan dat mogelijk ervoor zorgen dat we minder geneigd zijn thuis te werken. Dat zou dus een negatief effect kunnen hebben op onze intentie om thuis te werken. Een gevoel van competentie (ben ik goed in het werk dat ik doe?) en een gevoel van autonomie in je werk (in hoeverre kan ik zelf de manier bepalen waarop ik werk?) kan mogelijk juist een stimulerende rol hebben: Als we ervaren dat we zelf de touwtjes in handen hebben en competent te zijn, verhoogd dat misschien wel onze neiging om thuis te werken [21, 22, 23].
  2. Maar ook de mate waarin we controle en gemak ervaren (ook wel de ervaren gedragscontrole) over thuiswerken heeft mogelijk een stimulerende rol. En niet te vergeten onze eigen evaluatie over thuiswerken (ook wel de thuiswerkattitude, vind ik thuiswerken positief of negatief?). Het is de verwachting dat, hoe positiever ons oordeel over het thuiswerken, hoe groter onze intentie om thuis te werken [19, 20, 24, 25].
  3. Deze thuiswerkattitude wordt verwacht op haar beurt ook weer beïnvloed te worden door twee zaken: voordelige gevolgen en werk-privé scheidingsvoorkeur. We verwachten dat de ervaren voordelige gevolgen van thuiswerken (bijvoorbeeld de gevolgen van thuiswerken voor je eigen productiviteit, tijdbesparing en stress) van positieve invloed zijn op deze thuiswerkattitude: als we de voordelen inzien van thuiswerken, zijn we positiever over thuiswerken [19, 26]. In tegenstelling verwachten we juist dat de werk-privé scheidingsvoorkeur (de voorkeur voor het gescheiden houden van werk en privé) van negatieve invloed is op de thuiswerkattitude: als we voorkeur geven aan het scheiden van werk en privé, beoordelen we het thuiswerken minder positief [20, 27].

De hamvraag

Welke van deze zaken heeft nu de grootste invloed op onze neiging om thuis te werken, en ons werkelijke thuiswerkgedrag? Met dit onderzoek kijken we naar deze onderlinge relaties, weergegeven in het bovenstaande model. Als we weten welke zaken de grootste rol spelen, kunnen we op zoek naar de thuiswerkoplossing: een oplossing waarmee thuiswerken op een passende manier gespreid wordt over de werkweek.

En deze thuiswerkoplossing gaan we in de praktijk uittesten! De pilot heeft het doel om de effectiviteit van een thuiswerkoplossing te testen, om werkgevers te kunnen helpen bij het beter spreiden van thuiswerken. En zo bij te dragen aan het verminderen van verkeersdrukte, het verbeteren van de kantoor- en parkeerplaatsbezetting en het welzijn van werknemers in de Brainportregio. Inmiddels is het eerste onderzoek naar de psychologische aard van thuiswerken afgerond. De resultaten lees je hier binnenkort!

Samenwerken?
Tof! Neem contact met ons op!

Wil jij Brainport bereikbaar houden? Doe met ons mee. We gaan graag met je in gesprek. Om te werken aan kansen, innovaties en oplossingen. Want dat kunnen we alleen samen. Neem contact met ons op via info@brainportbereikbaar.nl.

Lees meer
nl_NLNederlands